Aan het woord Minne van Kraaij

“Eén van de belangrijkste dingen die ik van Warmonderhof meeneem is mijn persoonlijke ontwikkeling. Naast wat ik leer in de landbouw natuurlijk. Ik was heel jong toen ik hier begon. Ik stapte in het diepe en vond het spannend. Maar hierdoor heb ik me wel heel snel ontwikkeld, en ben ik verder gegroeid als persoon dan ik op welke andere plek dan ook had kunnen doen.”

“Ik was drie dagen zestien toen ik hier op Warmonderhof begon met mijn studie. Dat was natuurlijk best jong. Ik ging direct op kamers. Maar ik wilde ook geen jaar meer wachten want ik was heel zeker van mijn zaak. Als kind hielp ik mijn vader, die toen nog boer was en de landwinkel runde op zorgboerderij het Maartenshuis op Texel. Later werkte ik mee met hem als melker bij een boer en hielp ik een vriendin met het slachten van haar kippen. Bovendien vond ik de havo veel te theoretisch. Ik zag het nut van de kennis die ik daar leerde, niet in, want ik kon niets ervan in de praktijk brengen. Op Warmonderhof is het omgekeerde het geval. ’s Morgens heb je een les over klauwgezondheid, en ’s middags sta je in de melkput tegen de klauwen van de koeien aan te kijken. Je weet direct waarom je iets leert en je weet ook hoe je dan moet handelen in de praktijk.

Omdat ik zelf in de familie geen bedrijf heb om over te nemen, zou ik na Warmonderhof graag ingroeien in een bestaand bedrijf, bijvoorbeeld van een oude boer zonder overnamekandidaten in de familie; iemand die anders zijn of haar bedrijf zou verkopen aan een grote veehouder of akkerbouwer. Andere opties zijn minder interessant. Het zelf opbouwen en infokken van een kudde is een klus; maar ook het overnemen van een bestaande veestapel is lastig. Vaak ga je de kudde dan verhuizen, en het is de vraag of de koeien het goed gaan doen op een andere bodem, in een andere stal, op ander gras.”

“Ik heb gekozen voor de richting veehouderij en loop mijn gehele derde jaar ’s middags praktijk op de veehouderij van Warmonderhof. Ik heb ook een bijbaan in die richting. In de weekenden en de vakanties werk ik bij Boer’n Buffel in Diepenveen. Zij produceren onder meer mozzarella, feta, harde kaas en yoghurt en ze verkopen ook het vlees van deze dieren, hebben eieren en dagverse paddenstoelen in de verkoop. Ik ben er blijven hangen na mijn externe halfjaarstage. Het is zo interessant om mee te gaan in de groei die zij doormaken. Het is een jong bedrijf. Zij hadden nog weinig ervaring met buffels en ze begonnen op een nieuwe plek.

Ik zou graag schapen willen toevoegen aan mijn eigen bedrijf of een boerderij waar ik werk of kom te werken. Schapen passen goed in het bedrijfsbeheer van een veehouderij omdat ze veel doen voor de natuurwaarden. Ze zijn goed in te zetten aanvullend aan koeien; voor graslandverbetering en voor plekken in de weide waar koeien niet makkelijk kunnen komen. Koeien zijn er voor de productie en het geld. Het zijn grote beesten, het is mooi werk en ze zijn er langer. Daardoor bouw je met hen meer een band op. Schapen hebben een kortere levensduur dan koeien. Je houdt ze voor het vlees en het grazen. Ze zijn schichtiger en vaak kwetsbaarder en gaan sneller weer weg van de boerderij.”

“Om mijn plan werkelijkheid te laten worden, verwacht ik dat ik in het buitenland moet zijn. In Nederland zijn de mogelijkheden voor een nieuwe veehouderij zeer beperkt. In andere delen van Europa zijn er wat dat betreft meer kansen, bijvoorbeeld in Oost-Europa en Scandinavië. Na het afronden van mijn studie aan Warmonderhof heb ik het plan om een paar jaar door Europa te reizen om ervaring op te doen op verschillende soorten boerderijen. Ik wil kennismaken met uiteenlopende vormen van bedrijfsvoering.”

“Ik ben iemand die zoveel mogelijk uit de opleiding wil halen. Ik vraag door, probeer dingen uit, onderzoek zaken. De eerste twee jaar krijg je natuurlijk alle vakken, ook de teeltvakken. In dit derde jaar volg ik de specialisatie veehouderij en het past bij mij dat we daarin veel dieper op de stof ingaan.”

“Het is een mooie streek, daar langs de IJssel rondom Deventer waar Boer’n Buffel zit. Er zitten daar meerdere koeien- en schapenbedrijven in de buurt. Misschien kan ik na mijn afstuderen bij een paar bedrijven blijven hangen om zo breed mogelijk ervaring op te doen. Zo kan ik het geld verdienen dat ik nodig heb om twee á drie jaar te reizen en te zoeken naar een overnameplek. Ik wil niet te lang wachten met het overnemen van een bedrijf. Het is mijn allergrootste droom, daar kun je maar beter zo snel mogelijk aan beginnen.”