ervaring Norah Goense

Aan het woord Norah Goense

Date

Norah is opgegroeid op een gangbaar akkerbouwbedrijf waar haar vader de boer is. Ze doet de opleiding Bedrijfsleider biologisch-dynamisch bedrijf (niveau 4). Op het ouderlijk bedrijf telen ze bieten, aardappelen, uien en granen; de standaard-gewassen. Op haar vijftiende wist Norah al dat zij ook de landbouw in wilde.

“Ik vind het voorjaar het mooiste jaargetijde. Ik vind het leuk om al die grondbewerkingen uit te voeren met de trekker. Ik interesseer me voor de grove groenteteelt en heb gekozen voor akkerbouw. Mijn hele derde jaar loop ik stage op het akkerbouwbedrijf van Warmonderhof.”

“Een heel seizoen echt werken op een akkerbouwbedrijf”

Norah Goense, Bedrijfsleider biologisch-dynamisch bedrijf (niveau 4, BOL)

“Ik ben opgegroeid op een gangbaar akkerbouwbedrijf waar mij vader de boer is. Op mijn ouderlijk bedrijf telen we bieten, aardappelen, uien en granen; de standaard-gewassen. Op mijn vijftiende wist ik al: ik wil ook de landbouw in. Toen ik me ging oriënteren op mijn toekomstige studie, las ik op het internet over biodynamische landbouw. Dat kende ik niet en zo kwam ik erachter dat dingen ook anders kunnen in de landbouw. Ik raakte geïnteresseerd en wilde mijn blik verbreden. Warmonderhof is de school waar ik het beste kan leren over biologische en biodynamische landbouw. Hier doe ik ook relevante contacten op voor mijn toekomst in de landbouw en leer ik veel bedrijven alvast kennen door de vele excursies die in het lesprogramma zijn opgenomen. Ik vind het hier op Warmonderhof vooral fijn omdat ik er echt kan werken: een heel seizoen op een serieus akkerbouwbedrijf. Je ziet daardoor jaarrond het effect van je werkzaamheden. En boer Florian legt heel veel uit. Hij heeft veel kennis. Ik kan met hem goed sparren.”

Vrienden die ik heel lang zal houden

“Over het wonen, werken en leren op Warmonderhof kan ik zeggen: het is heel gezellig en leuk om samen te wonen en samen te leven met je leeftijdsgenoten. Ik was met mijn zeventien jaar nog best jong toen ik hier begon, maar mijn ouders wonen gelukkig dichtbij. Je leert je medestudenten door dat wonen-werken-lerenconcept heel snel en goed kennen. Dit zijn vrienden die ik heel lang zal houden. De mensen hier op Warmonderhof hebben dezelfde interesses als ik. Soms is het wel een beetje veel: je werkt, studeert én leeft samen. Daarom ga ik in het weekeinde vaak even naar mijn ouders.”

Bedrijf van pa overnemen

Ik twijfelde destijds tussen een groene hogeschool en Warmonderhof. Maar op Warmonderhof kan ik het beste ontdekken wat mij het meest aanstaat. Mijn ouders stimuleren me mee te pakken wat mij past van deze duurzame vorm van landbouw. In de toekomst hoop ik het bedrijf van mijn vader over te kunnen nemen. Ik wil het dan graag omschakelen naar biologisch. Het is een boerderij met 45 hectare grond. Ik zou dan graag wat meer teelten willen doen die wat meer aandacht vragen, zoals asperges. Hier heb ik veel mee mogen werken op stage. Verder lijkt lokale afzet me ook erg leuk. Maar ik ga niet direct bij mijn pa werken nadat ik de opleiding heb afgerond. Ik wil eerst in dienst gaan bij andere bedrijven, om zo ervaring op te doen en te onderzoeken hoe die boeren het aanpakken; wat je wel en niet moet doen. En om te bepalen wat ik zelf wil.”

Biologisch of biodynamisch

Ik kies in mijn eigen toekomst waarschijnlijk voor biologisch. Het principiële van de biologisch-dynamische landbouw past wel bij mij, maar sommige onderdelen ervan gaan mij dan weer net iets te ver. En ik wil het niet ‘faken’ omdat ik toevallig voor biodynamisch een hogere prijs kan krijgen dan voor biologisch. Gelukkig laten ze je op school compleet vrij in deze keuze. Ze nodigen je uit om dát uit de opleiding en de bd-landbouw mee te nemen wat voor jou relevant is.”

Eerstejaars aansturen is uitdaging

Het leren op school gaat mij makkelijk af. Iets té makkelijk eigenlijk. Om mezelf iets meer verdieping te geven, heb ik de afgelopen jaren geregeld zelf excursies georganiseerd. Hier is dus ook ruimte voor. Nu ik in het derde jaar zit, moet ik ook de eerstejaars aansturen en dat is wel weer een uitdaging. Ik vind het soms lastig om iets duidelijk uit te leggen. Het is een andere tak van sport dan de uitvoerende landbouw. Ik heb er nog weinig ervaring mee, maar het komt goed van pas. Als ik straks een biologisch bedrijf run, zal ik veel vaker mensen moeten gaan aansturen.”