“Het leukste aan fruitteelt is dat je de bomen langere tijd in productie hebt. Dat is heel anders dan in de tuinbouw of akkerbouw. Daar teel je elk jaar nieuwe gewassen, maar in de fruitteelt moet je leren vooruitkijken over jaren heen. Je moet leren snoeien. Je handelen nu kan invloed hebben op je opbrengst over drie jaar.”
Aan het woord Rutger Dros
DateDat Rutger later zijn eigen bedrijf begint, dat is wel zeker. Hij kwam naar Warmonderhof voor het vleesvee, maar heeft ontdekt dat hij teelt ook heel leuk vindt. Rutger richt zich daarom meer en meer op het gemengde bedrijf.
“Dat ik later mijn eigen bedrijf begin, dat is wel zeker”
“Ook fruitteelt blijft natuurlijk een agrarisch bedrijf. Je werkt met trekkers en andere werktuigen, je doet veel praktijk, bent dagelijks op de tuin. Ik kwam naar Warmonderhof voor het vleesvee. Op Warmonderhof geven ze melkveehouderij. Vleesvee wordt vaker als een zijtak gehouden op een boerenbedrijf met akkerbouw. Doordat we op Warmonderhof praktijklopen op alle bedrijven, heb ik ontdekt dat ik teelt ook heel leuk vindt. Mijn externe halfjaarstage heb ik daarom gelopen op het bedrijf Fokholgård in Noorwegen. Zij hadden akkerbouw, melkvee en tuinbouw. Ik heb er gemolken maar ik heb er voornamelijk aan tuinbouw gedaan. Dus ik richt me meer en meer op het gemengde bedrijf. Ik krijg van Maaike, de bedrijfsleider van fruitbedrijf Twisk Organics, heel veel vrijheid. Ze kijkt me niet op de vingers en geeft me een klus die ik dan zelfstandig uitvoer, samen met eerstejaars. Dat past me goed, want ik wil later ook graag voor mezelf beginnen. Ik wil ondernemer zijn; dat je het voor jezelf doet.”
Fijne balans tussen theorie en praktijk
“Warmonderhof is voor mij: samen werken met je klas en samen wónen met je klas. Ik vind dat wonen-werken-lerenconcept tof en interessant. Je bent samen met mensen met dezelfde interesses. Je voert samen projecten uit, je werkt samen op de boerderijen, je woont in hetzelfde huis. Ik bouw vriendschappen op voor het leven, en er is een fijne balans tussen de theorielessen en de praktijk op het land. Ook is het interessant dat we als derdejaars de eerstejaars studenten moeten begeleiden. Dat leer je er ook nog eens bij.
Ik ben opgegroeid op het vleeskoeienbedrijf van mijn moeder. Zij houdt Blonde d’Aquitainers en zet het vlees lokaal af via pakketverkoop. Als het over de landbouw gaat is mijn ideaalbeeld een vleesveehouderij met een kleine groenteteelt tak. Ik wil dan het liefst alles zelf doen. Doordat vleesveehouderij relatief arbeidsextensief is, valt dat redelijk makkelijk te combineren met groenteteelt.”