Zoet en zuur

Date

Tsjollyn Kuperus is docent bij MBO Life Sciences in Leeuwarden. Daar is het onderwijs de laatste jaren flink veranderd; er wordt gewerkt vanuit de theorie van de Whole School Approach

Deze werkwijze ondersteunt scholen om de samenhang tussen duurzaamheidsvraagstukken een vaste plek te geven in het curriculum. In een hybride leeromgeving geven studenten hun eigen leertraject vorm met echte vraagstukken van bedrijven en organisaties. Hierdoor is haar rol als docent anders geworden. Hoe ervaart Tsjollyn dat?

“In plaats van een traditionele docent ben ik een soort coach. Ik stort niet mijn eigen kennis uit over de studenten. Zij weten en kunnen al heel veel. Als je hen positief weet te prikkelen, willen ze graag aan de slag. Eenmaal bezig met een vraag van een bedrijf ontdekken ze welke kennis ze missen. En dan gaan ze zelf op zoek. Ik geef de studenten de kans om zelf met dingen te komen. Dat betekent vooral loslaten.

IVO (Innovatieve VoedingsOpdrachten) is bij ons het enige en belangrijkste vak op het rooster. Om de basisbeginselen van de voedingstechnologie onder de knie te krijgen doen studenten praktijkopdrachten. Daarna werken we alleen nog met echte vragen uit het bedrijfsleven. IVO is nog volop in ontwikkeling. Alle vakken worden geïntegreerd, sinds kort ook Burgerschap, Nederlands en Engels. 

Een prachtig voorbeeld was deze vraag van bedrijven: Wat kunnen we met broodpasta? ’ Dat is een restproduct uit brood dat retour komt van bakkers. De studenten ontwikkelden via experimenten nieuwe producten. Bij de presentatie van hun ideeën zat de zaal vol met voedselproducenten. Zij raakten geïnspireerd door wat de studenten hadden bedacht én gerealiseerd. De studenten trots natuurlijk!

‘Eenmaal bezig met een vraag van een bedrijf ontdekken studenten welke kennis ze missen. En dan gaan ze zelf op zoek‘

De wereld verandert snel en dus de beroepspraktijk ook. Voor school is dat bijna niet bij te houden. Daarom is het enorm belangrijk dat we onze studenten vooral leren omgaan met veranderingen en grote vraagstukken. Zelf ben ik niet bang voor al die onzekerheden. Van tevoren weet je niet altijd met welke vragen studenten komen. Ik word juist blij als iemand zegt: “Ik weet het niet”. Dan kun je het gesprek aangaan. Als de student ergens nog niet aan toe is, pakt hij of zij het niet op. Dan loop je nog even door. Wat me opvalt is dat studenten nooit meer zeggen: “Dat weet ik al”. Ze vragen zelf wat ze nodig hebben. Het is een onderwijsbuffet: pak wat je wilt en nodig hebt.

Dat ik als docent coachend mag werken, is voor mij het zoet van dit werk. Ik hoef niet meer te zeggen of iets goed is of fout, maar spreek waardering uit voor waar een student mee komt. Immers: wat bij het ene bedrijf niet werkt, werkt ergens anders misschien juist wél. Een praktische student gaat aan de gang in de bakkerij en eentje die beter is met theorie gaat in de bieb zitten. Dat ze dan beiden tot dezelfde conclusies komen is toch prachtig? Allebei mag dat er zijn.

‘Ik word juist blij als iemand zegt: ik weet het niet. Dan kun je het gesprek aangaan‘

Gelukkig heb ik collega’s die mijn enthousiasme delen. Anderen moeten nog erg wennen en zijn wel eens wat minder coöperatief dan ik zou willen. Ik snap het ook wel. Deze vorm van onderwijs is compleet anders dan wat we gewend waren. Dat kost me soms veel energie. Dat is het zuur van deze nieuwe aanpak. Gelukkig gaat de teamleider er ook voor. 

Bij het slotevenement over de broodpasta vroegen de bedrijven ons: ‘Wat hebben jullie nodig?’ ‘Proactief zijn en initiatief tonen’, was hun antwoord. Sommige collega’s dachten: ‘Hoezo is er niet ook kennis nodig?’ Maar je kunt niet meer alles weten. Het gaat vooral om betekenisvol leren, kennis vinden die nodig is om een vraagstuk op te lossen. En erop vertrouwen dat het goed komt. 

De weg naar dat doel is als limoncello: zuur én zoet. Citroenen gewekt in suikerwater om te kristalliseren. Door die kristallisatie kun je mooie draden trekken. En soms moet je weer even schudden om zoet en zuur te mengen. Voor het evenwicht. Dan krijg je hele mooie momentjes."

Bron: magazine.civ-groen.nl
Tekst: Veerle Slegers
Foto: Karin Jonkers